Een nieuw Europees project gaat een apparaat testen, dat het blinden en slechtzienden mogelijk moet maken, om hun weg te kunnen vinden in steden en gebouwen.
Het kleine computertje (minder dan 1Kg) maakt gebruik van geavanceerde European Space Agency (Esa) satelliet techniek om personen te localiseren en te begeleiden via een draadloze internet verbinding. Vrijwilligers van de Spaanse Blinden Organisatie ‘Once’ zijn al begonnen met het apparaat te testen
Het momenteel in gebruik zijnde Global Positioning System (GPS), dat beheerd wordt door de Verenigde Staten voldoet weliswaar voor verschillende navigatie doeleinden, maar is nog te onnauwkeurig, om navigatie ‘op de meter’ mogelijk te maken.
Dit komt voornamelijk, omdat gebouwen en andere obstakels zoals bomen de ontvangst van voldoende satelliet signalen verhinderen. Daardoor is het nu slechts mogelijk om een positie met een nauwkeurigheid van niet meer dan zo’n twintigmeter te bepalen.
Alfredo Catalina, van GMV Sistemas, hoopt dat het nieuwe apparaat, dat de naam ‘Tormes’ heeft gekregen, in staat zal zijn om de nauwkeurigheid van een gedetailleerde stadskaart te evenaren.
Om dat te bereiken ontwikkeld Europa nu het Egnos (European Geostationary Navigation Overlay Service) system, dat aan de hand van de signalen van geo stationaire satellieten ontvangst stations op aarde in staat moet stellen de fouten van het GPS signaal te corrigeren. Om het probleem van gebouwen en andere obstakels te omzeilen, ontwikkelt ESA een aanvullend systeem onder de naam ‘SisNet'(Signal In Space through Internet), waarmee het mogelijk wordt, de gegevens van het Egnos systeem via een draadloos netwerk te verspreiden.
Tormes bevat een braille keyboard, een spraaksynthesizer, een GPS unit, en een GPRS draadloze internet verbinding, die voortdurend in staat is gebruik te maken van het ‘SisNet’ systeem.
Javier Ventura-Traveset, een medewerker van ESA vertelt:
‘Deze verzameling electronische componenten stelt gebruikers in staat, om voortdurend op de hoogte te worden gehouden van hun positie, de straat waarin men loopt, de winkel die men passeert en het feit dat men een kruising nadert.’
Alfredo Catalina is vooral blij met de integratie van het ‘SisNet’ systeem. ‘Op deze manier kan een blinde zijn weg vinden in een stad, zoals een ziende dat doet door een kaart te lezen, en zilfs binnenshuis blijft de verbinding in stand.’
De constante verbinding met het internet werkt in twee richtingen. Niet alleen worden de positie gegevens aan de gebruiker doorgegeven, men kan ook berichten wegsturen, bijvoorbeeld in het geval van een ongeluk, of minder erg, als men ondanks alles toch de weg is kwijtgeraakt.
De officiele start van de testfase staat gepland voor Februarie 2004. Er zullen twee soorten testen worden uitgevoerd, met en zonder gebruikmaking van het ‘SisNet’ systeem, zodat beide varianten met elkaar vergeleken kunnen worden.
Egnos is het eerste element van de Europeesche Satelliet Navigatie strategie, en vormt de opmaat van Galileo, het Europeesche antwoord op GPS.
Vorige maand gaven de Europese ministers van Economische Zaken in Parijs groen licht voor het 3,2 miljard euro kostende project.
Over vijf jaar moet Galileo in gebruik zijn. In de jaren die volgen komen in totaal dertig satellieten in een baan om de aarde. Aan de hand daarvan kunnen vliegtuigen, schepen en het wegvervoer tot op de meter nauwkeurig bepalen waar ze zich bevinden.
Het systeem wordt dan onder meer gebruikt bij het laten landen van vliegtuigen en bij de navigatie van het wegvervoer: zo komt Galileo van pas bij boordcomputers in auto’s.
Op de langere termijn kan het systeem onder meer van pas komen bij het vervoer met ‘automated vehicles’: uit zichzelf rijdende vrachtwagens, bussen en treinen.
Daarnaast verwachten experts dat ook voetgangers baat hebben bij het systeem. Wie een vreemde stad bezoekt, kan Galileo gebruiken om de weg te vinden op straat, aan de hand van een laptop of mobiele telefoon.
Galileo is een burgersysteem. ‘Dat betekent onder meer dat de werking van Galileo gegarandeerd is’, zegt H. Roefs, hoofd van de afdeling ruimtevaartsystemen bij het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR). Tijdens de Golfoorlog van 1991 zetten de Amerikanen een deel van GPS tijdelijk uit. Bovendien vult Galileo GPS en het Russische navigatiesysteem Glonass aan. ‘Navigatie heeft als eigenschap dat alles wat je toevoegt het nauwkeuriger maakt’, zegt Roefs. Geodeet Peter Joosten van de Technische Universiteit Delft: ‘Hoe meer satellieten, des te liever het ons is.’ Zo werkt Galileo ook in Scandinavië, een gebied dat eigenlijk te noordelijk ligt voor GPS-ontvangst. Voorts is de verwachting dat Galileo zorgt voor betere plaatsbepaling in de bebouwde kom. ‘Tussen hoge gebouwen laat GPS te wensen over’, zegt Joosten.
Nederland doet voor ongeveer dertig tot veertig miljoen euro mee, en levert onder meer zonneceltechnologie en een controlesysteem, ontwikkeld door het Nederlandse onderzoeksconsortium Valileo. In ruil voor de investering hoopt Nederland op onderzoeksopdrachten, patenten en nieuwe banen.
Galileo wordt geacht Europa meer dan 100.000 banen op te leveren.
Het Nederlands instituut voor vliegtuigontwikkeling en ruimtevaart (NIVR) is momenteel bezig de ideeën van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen op rij te zetten. In de VS is rond GPS een complete industrie ontstaan. Europa hoopt dat Galileo daarin verandering brengt en Europa onafhankelijker maakt van Amerika.
‘Er ligt een stuk macht bij Amerika waar Europa geen controle over heeft’, zegt Ruut Neubauer, hoofd ruimtevaart bij het NIVR. ‘Dat is een geluid dat je steeds hoort: omdat Europa geen eigen GPS-systeem heeft, zijn de diensten in Amerika een stuk verder dan die in Europa.’
De eerste vier Galileo-satellieten gaan naar verwachting in 2006 de lucht in. In 2015 is het systeem volledig werkzaam.
Bron: NOS, MSNBC.
Zie ook:
http://www.esa.int/export/esaCP/SEMVQOS1VED_index_0.html
Bron:
BlinfoMail juli 2003
